Een ondernemer heeft recht op toepassing van de zelfstandigenaftrek als hij aan het urencriterium voldoet. Het urencriterium houdt in dat de ondernemer in een kalenderjaar ten minste 1.225 uren aan zijn onderneming moet besteden. Daarnaast geldt de eis dat
hij ten minste de helft van zijn gewerkte tijd aan de onderneming besteedt. Voor het urencriterium telt alle tijd mee van werkzaamheden die de zakelijke belangen van de onderneming dienen. De ondernemer die de zelfstandigenaftrek wil toepassen moet aannemelijk
maken dat hij aan het urencriterium voldoet. Dat kan aan de hand van een urenregistratie. Die registratie moet wel controleerbaar zijn.
Een ondernemer wilde aan de hand van een urenoverzicht aantonen dat hij in het jaar 2010 aan het urencriterium had voldaan. Het urenoverzicht bestond voor een groot deel uit een uitdraai van tijdstippen waarop bestanden waren geopend, gemaakt of bewerkt
op zijn computer. Uit dit overzicht viel volgens Hof Arnhem-Leeuwarden niet op controleerbare wijze op te maken of deze tijd daadwerkelijk aan de onderneming was besteed. Uitgaande van de in 2010 behaalde omzet van € 31.703 en het door de ondernemer gehanteerde
uurtarief van € 150 kon hij niet meer dan 211 directe uren aan zijn onderneming hebben besteed. Aan de beoordeling of en in hoeverre de overige op het urenoverzicht opgenomen werkzaamheden ten behoeve van de onderneming waren verricht kwam het hof niet meer
toe. De inspecteur heeft volgens het hof terecht de zelfstandigenaftrek gecorrigeerd.