Het wetsvoorstel ter aanpassing van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting is door de Eerste Kamer als hamerstuk aangenomen. Aanpassing van het regime van de fiscale eenheid was nodig door uitspraken van het Hof van Justitie EU. Volgens die uitspraken
was het oude regime op een aantal punten niet in overeenstemming met het EU-recht.
Door dit wetsvoorstel wordt een fiscale eenheid mogelijk in twee situaties waarin dat voorheen niet mogelijk was. De eerste situatie betreft een fiscale eenheid tussen een in Nederland gevestigde moedermaatschappij en een in Nederland gevestigde kleindochtermaatschappij,
waarvan de aandelen worden gehouden door een in een andere EU- of EER-lidstaat gevestigde dochtermaatschappij. De tweede situatie betreft een fiscale eenheid tussen in Nederland gevestigde zustermaatschappijen met een gemeenschappelijke, elders in de EU/EER
gevestigde, moedervennootschap.