Bij de Tweede Kamer is het Belastingplan 2018 in behandeling. De (voormalige) staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. In de nota worden vragen van de verschillende fracties beantwoord. Er zijn
ook vragen gesteld die betrekking hebben op het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Die zijn niet beantwoord maar doorgeschoven.
De staatssecretaris heeft in deze nota onder meer een overzicht van heffingskortingen, schijven en tarieven in de loon- en inkomstenbelasting voor 2018 gegeven, waarin rekening is gehouden met de indexatie per 1 januari. Daaruit blijkt dat het maximum van
de algemene heffingskorting voor mensen jonger dan de AOW-leeftijd stijgt van € 2.254 naar € 2.265. Voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt gaat het maximum van € 1.151 naar € 1.157. Het maximum van de arbeidskorting gaat van € 3.223 naar € 3.249.
Het maximum van de inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat van € 2.778 naar € 2.801. De jonggehandicaptenkorting stijgt van € 722 naar € 728. De ouderenkorting gaat voor lagere inkomens flink omhoog, omdat naast de indexatie een stijging is voorzien
in het Belastingplan 2018. Daardoor gaat deze korting omhoog van € 1.292 naar € 1.418. Voor hogere inkomens wordt de ouderenkorting alleen geïndexeerd, waardoor deze van € 71 stijgt naar € 72. De alleenstaande ouderenkorting daalt ondanks de indexatie van
€ 438 naar € 423, vanwege een verlaging in het Belastingplan 2018.
2017 | Tarief 2017 | 2018 | Tarief 2018 | |
Einde eerste schijf | € 19.982 | 36,55% | € 20.142 | 36,55% |
Einde tweede schijf | € 33.791 | 40,8% | € 33.994 | 40,85% |
Einde derde schijf | € 67.072 | 40,8% | € 68.507 | 40,85% |
Einde vierde schijf | – | 52,00% | – | 51,95% |
N.B. Voor mensen die geboren zijn vóór 1 januari 1946 eindigt de tweede schijf in 2017 bij een bedrag van € 34.130 en in 2018 bij een bedrag van € 34.404.