Ontslagvergoedingen voor werknemers zijn belast als loon uit dienstbetrekking. Heeft de ontslagvergoeding (mede) betrekking op in het buitenland verrichte arbeid, dan heeft de werknemer mogelijk recht op aftrek elders belast omdat een deel van de ontslagvergoeding
aan de buitenlandse arbeid kan worden toegerekend.
Een in Nederland wonende werknemer ontving van zijn werkgever in 2007 een ontslagvergoeding. De werknemer werkte voor 58% in Nederland en voor 42% in Duitsland voor een in Nederland gevestigde werkgever. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2007 rekende de
werknemer een deel van de ontslagvergoeding toe aan het werk in Duitsland. Voor dat deel verzocht hij om aftrek elders belast.
De staatssecretaris van Financiën heeft in 2007 een besluit gepubliceerd waarin de verdeling van het heffingsrecht over ontslagvergoedingen tussen Duitsland en Nederland is geregeld. Dat besluit is genomen om een heffingslek te voorkomen, aangezien Duitsland
in voorkomende gevallen geen belasting heft over de ontslagvergoeding. Op grond van dat besluit stond de inspecteur een bescheiden aftrek elders belast toe. Volgens het tussen Nederland en Duitsland gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing
mocht de hele ontslagvergoeding in Nederland worden belast, mits Nederland voor het aan Duitsland toekomende deel aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleent. De rechtbank oordeelde dat het besluit niet moest worden toegepast, omdat daarin ten onrechte
van de uitkomst van de verdragstoepassing wordt afgeweken.