Een ondernemer kan niet alle uitgaven die hij doet als kosten van zijn onderneming aanmerken. Alleen uitgaven die op zakelijke gronden zijn gedaan kunnen ten laste van de winst worden gebracht. Als leidraad geldt dat de ondernemer zelf bepaalt op welke wijze
hij zijn onderneming drijft en dat het aan de ondernemer is om te beoordelen of bepaalde uitgaven voor de onderneming nut hebben. De bewijslast dat uitgaven niet zijn bedoeld om in particuliere behoeften van de ondernemer te voorzien, rust op de ondernemer.
Op de balans van een vof stond een paardentrailer. De vof hield zich bezig met het ontwikkelen van software. De vennoten voerden aan dat de trailer om zakelijke motieven was gekocht. Zo was de trailer voorzien van het logo van de vof. Op die manier werd
volgens de vennoten reclame voor de activiteiten van de vof gemaakt. Hof Den Haag vond niet aannemelijk dat de paardentrailer de zakelijke belangen van de vof diende. De paardentrailer werd namelijk door de dochter van de firmanten gebruikt voor haar hobby.
Dat was geen activiteit van de onderneming. De trailer was geen bedrijfsmiddel en de afschrijving kwam dus niet ten laste van de winst.