De pensioenregelingen voor het personeel van een BV waren ondergebracht in een afgescheiden pensioenfonds. De premies voor de pensioenregelingen werden volledig betaald door de werkgever. De BV had voor werkzaamheden voor het pensioenfonds overeenkomsten
met diverse dienstverleners, onder meer voor de administratie en voor het vermogensbeheer. De kosten hiervoor werden niet doorbelast aan het pensioenfonds. De vraag was of de BV de omzetbelasting die over deze kosten in rekening was gebracht als voordruk kon
verrekenen. Het Hof van Justitie EU is van oordeel dat dit het geval is als er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen deze kosten en de activiteiten van de BV.
Volgens Hof Leeuwarden hingen de aan de BV in rekening gebrachte diensten direct samen met de arbeidsvoorwaarden van de werknemers en vormden zij op die manier algemene kosten van de BV als werkgever. De activiteiten van de BV waren belast met omzetbelasting.
Het hof vond aannemelijk dat alle met betrekking tot het personeel gemaakte kosten bestanddelen waren van de kostprijs van de door de BV verrichte activiteiten. De omstandigheid dat de pensioenen in een afzonderlijke entiteit zijn ondergebracht is niet van
invloed op de kwalificatie van de pensioenkosten als algemene kosten. De omzetbelasting die daarover was berekend kwam daarom in aanmerking voor aftrek.