Een procedure voor de rechtbank had als inzet de hoogte van de bijtelling voor privégebruik. De procedure had betrekking op een auto waarvan door het aanbrengen van enkele wijzigingen door de fabriek de CO2-uitstoot was verlaagd van 53 naar 47 gram per kilometer.
Volgens de Belastingdienst wordt het percentage van de bijtelling bepaald door de CO2-uitstoot op de datum van de eerste tenaamstelling van het kenteken. Dat zou leiden tot een bijtelling van 14%. De werkgever claimde een bijtelling van nihil omdat voor de
auto een nieuwe typegoedkeuring was afgegeven.
Volgens de rechtbank staat niet in de wet dat de datum van de eerste tenaamstelling bepalend is voor de hoogte van de bijtelling. Er wordt verwezen naar de typegoedkeuring van de auto volgens Europese Richtlijnen. De rechtbank vindt het in overeenstemming
met doel en strekking van de wet om uit te gaan van de typegoedkeuring van de auto na de modificatie. Door de modificatie is de auto schoner en energiezuiniger geworden en voldoet deze aan de voorwaarden voor een nihilbijtelling.