De landbouwvrijstelling houdt in dat de waardeverandering van grond binnen een landbouwbedrijf is vrijgesteld. De vrijstelling is beperkt tot de waardeverandering die is toe te rekenen aan de ontwikkeling van de waarde in het economische verkeer bij voortgezet
agrarisch gebruik. Waardeverandering die het gevolg is van andere oorzaken is niet vrijgesteld.
De Wet IB 2001 omschrijft de winst uit onderneming als het totaal van de voordelen die daaruit worden verkregen. Deze “totaalwinst” wordt vervolgens verdeeld in jaarmoten. De jaarwinst wordt bepaald volgens een waarderingsstelsel dat in overeenstemming is met
goed koopmansgebruik. Wijziging van stelsel is toegestaan als dat niet leidt tot een incidenteel fiscaal voordeel. Iets wat niet tot de totaalwinst behoort, kan niet tot de jaarwinst behoren. Een objectieve vrijstelling zoals de landbouwvrijstelling zondert
resultaten uit van de totaalwinst. De vraag of en in hoeverre een objectieve vrijstelling van toepassing is, wordt beantwoord in het jaar waarin de mogelijk vrijgestelde opbrengst wordt gerealiseerd. Goed koopmansgebruik speelt daarbij een belangrijke rol.
Volgens Hof Leeuwarden mag landbouwgrond boven de kostprijs worden gewaardeerd als de boekhoudkundig gerealiseerde opbrengst onder de landbouwvrijstelling valt. Wanneer vaststaat dat de hele opwaardering van landbouwgrond onder de landbouwvrijstelling valt
wordt de totaalwinst van de onderneming niet vergroot. Het vervangen van de waardering op kostprijs door waardering op de waarde in het economische verkeer bij voortgezet agrarisch gebruik is een toegestane stelselwijziging.
Het vooruitlopen op een mogelijke afschaffing van de landbouwvrijstelling door het stelsel van waardering te wijzigen is volgens het hof niet gericht op het behalen van een incidenteel fiscaal voordeel. Het veranderen van waarderingsstelsel om een mogelijk
fiscaal nadeel te voorkomen houdt niet in dat de ondernemer een incidenteel fiscaal voordeel heeft beoogd. Dat de ondernemer in kwestie door de stelselwijziging een bedrag ten laste van zijn winst kon toevoegen aan de oudedagsreserve is wel een fiscaal voordeel,
maar dat is volgens het hof geen incidenteel fiscaal voordeel.