Een agrarisch ondernemer verkocht in 1997 landbouwgrond onder de voorwaarde dat de agrarische bestemming zou worden gewijzigd in woningbouw. De voorziene bestemmingswijziging vond plaats in 2007. In dat jaar werd de grond geleverd. De verkoper meende dat
de landbouwvrijstelling van toepassing was op de gerealiseerde meerprijs boven de boekwaarde van de grond. Hij beriep zich daarbij op de landbouwvrijstelling zoals die in 1997 gold.
Hof Arnhem Leeuwarden merkte de koopovereenkomst aan als een overeenkomst met een opgeschorte en voorwaardelijke leveringsverplichting. De koper hoefde pas bij de levering te betalen, onder verrekening van de in 1997 gedane aanbetaling. De levering was pas
afdwingbaar nadat de wijziging van de bestemming van agrarische grond in woningbouw had plaatsgevonden. Volgens het hof betekende dit dat de verkoper pas in 2007 aan zijn verplichting tot levering kon worden gehouden. De verkoopopbrengst was daarom in 2007
gerealiseerd. Daardoor was de landbouwvrijstelling niet van toepassing op deze opbrengst.