De waardering van andere onroerende zaken dan woningen kan ingewikkeld zijn. Zo geldt er een vrijstelling voor werktuigen in of aan een onroerende zaak. Voorwaarde voor toepassing van de werktuigenvrijstelling is dat de werktuigen kunnen worden verwijderd
zonder beschadiging daarvan. Ook mogen de werktuigen op zichzelf niet als gebouwde eigendommen aangemerkt kunnen worden.
In een procedure die betrekking had op een tankterminal had Hof Arnhem vastgesteld dat het leidingwerk en de laad- en losarmen van de terminal wel werktuigen waren, maar dat zij als gebouwde eigendommen kwalificeerden. Daarom was de werktuigenvrijstelling
niet van toepassing. Het leidingwerk omvatte een totale lengte van circa 2,5 kilometer. Gelet op de omvang van het geheel aan leidingen en op de constructie van de laad- en losarmen bezaten deze binnen de tankterminal bouwkundige zelfstandigheid. De Hoge Raad
vindt dat het hof met zijn uitspraak geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Vanwege de feitelijke aard van de uitspraak was deze verder niet voor cassatie vatbaar.