De diensten van sportorganisaties zijn, behoudens enkele uitzonderingen, vrijgesteld van omzetbelasting. De verhuur van lig- en bergplaatsen voor boten is voor de omzetbelasting een belaste prestatie. Wanneer de verhuur gebeurt door een watersportorganisatie,
dan is de verhuur volgens de Nederlandse wet vrijgesteld mits de watersportorganisatie voor haar diensten gebruik maakt van vrijwilligers. Zodra de organisatie personeel in dienst heeft, geldt de vrijstelling niet meer. De Europese Commissie is van mening
dat de Nederlandse wet niet in overeenstemming is met de Europese btw-richtlijn. Omdat Nederland weigert de wet aan te passen, daagt de Commissie Nederland nu voor het Hof van Justitie EU.
Volgens de Commissie moet de vrijstelling enerzijds beperkt worden tot verhuur van ligplaatsen binnen het kader van sportactiviteiten. Anderzijds moet Nederland de vrijstelling verruimen door deze ook toe te passen op watersportorganisaties met betaald personeel.
Volgens de btw-richtlijn geldt als voorwaarde voor de vrijstelling van sportbeoefening dat de diensten worden verleend door een non-profitorganisatie. Een dergelijke organisatie kan betaald personeel in dienst hebben.