Transacties tussen een dga en zijn BV moeten zakelijk zijn. Is dat niet het geval, dan kan dat leiden tot winstcorrecties bij de BV en tot uitdelingen van winst aan de dga. Het niet bedingen van rente over een vordering kan onzakelijk zijn.
Een dga met een 50%-belang had een schuld van € 136.500 aan de BV. Volgens de overeenkomst van geldlening had de lening een looptijd van 10 jaar. De aflossing bedroeg gedurende de eerste vijf jaar van de looptijd € 500 per maand. In de tweede vijf jaar van
de looptijd zou de aflossing € 1.666,67 per maand bedragen mits de dga zijn aandelen geheel of gedeeltelijk zou hebben verkocht. Rente was niet bedongen. De Belastingdienst merkte de niet bedongen rente aan als verkapt dividend. Dit werd in een navorderingsaanslag
belast als inkomen uit aanmerkelijk belang van de dga. De rechtbank was van oordeel dat het verschil tussen de niet bedongen rente en de rente die in zakelijke verhoudingen tussen derden zou zijn overeengekomen zo groot was dat sprake was van een bewuste bevoordeling
van de dga door de BV. Voor deze bevoordeling was geen zakelijk motief aanwezig. Naar het oordeel van de rechtbank had de Belastingdienst de niet bedongen rente terecht als verkapt dividend gekwalificeerd en in de belastingheffing betrokken.