De Rechtbank Gelderland heeft onlangs geoordeeld dat het overnemen van een parkeerkaartje kan leiden tot het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Volgens de rechtbank vormt elk parkeren van een auto een afzonderlijk belastbaar feit. Voor
ieder belastbaar feit is parkeerbelasting verschuldigd.
De Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om parkeerbelasting te heffen. Betaling van de verschuldigde belasting gebeurt door middel van voldoening op aangifte. Voor de parkeerbelasting houdt dat in dat bij de aanvang van het parkeren de parkeermeter
of parkeerautomaat op de voorgeschreven manier in werking wordt gesteld. Het overnemen van een nog geldig parkeerkaartje van iemand anders betekent dat niet aan de voorschriften voor de betaling van de verschuldigde belasting wordt voldaan. Wanneer de parkeercontroleur
dat waarneemt, kan hij een naheffingsaanslag parkeerbelasting opleggen. In de door de rechtbank behandelde casus ging het om een kaartje dat in combinatie met een bezoekersvergunning recht gaf op een verlaagd tarief van € 1 per uur in plaats van een tarief
van € 2,50 per uur. Degene die het kaartje over had genomen had geen bezoekersvergunning. Omdat ieder parkeren een afzonderlijk belastbaar feit oplevert, is het gebruik maken van de resterende parkeerduur van een overgenomen parkeerkaartje niet toegestaan.
Dat wordt niet anders door het ontbreken van een teruggaafmogelijkheid voor de resterende parkeerduur waarvan geen gebruik gemaakt wordt.