Bij de Eerste Kamer is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in behandeling. De wijziging betreft de invoering van een compartimenteringsreserve bij sfeerovergangen door wetswijzigingen in de deelnemingsvrijstelling.
De bedoeling van het wetsvoorstel is te voorkomen dat de deelnemingsvrijstelling wordt toegepast op winsten van een vennootschap die dateren uit een periode waarin de deelnemingsvrijstelling door andersluidende wetgeving niet van toepassing was. Dit wetsvoorstel
is het gevolg van een arrest van de Hoge Raad van juni 2013. Het wetsvoorstel heeft naar zijn aard onbeperkte terugwerkende kracht, ook al is de verwachting dat het in de praktijk niet van toepassing zal zijn op sfeerovergangen van belangen door wetswijziging
die zich voor de inwerkingtreding van de Wet werken aan winst per 1 januari 2007 hebben voorgedaan.
De staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd dat belastingplichtigen, die voordeel hebben bij het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2013, zich op het arrest kunnen beroepen voor zover sprake is van een realisatie van een belang en zich bij dat belang
vóór 1 januari 2007 een sfeerovergang heeft voorgedaan door een wetswijziging. Wanneer zich op of na 1 januari 2007 een sfeerovergang als gevolg van wetswijziging heeft voorgedaan, geldt de compartimentering volgens het wetsvoorstel.
De op € 10 miljoen begrote incidentele budgettaire derving, die het gevolg is van deze toezegging, zal op een later moment van een adequate dekking worden voorzien.