De bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak hoeft niet te worden toegepast als blijkt dat er op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé met de auto wordt gereden. Kan een werknemer niet aan de bewijslast voor het bescheiden privégebruik
voldoen, dan moet een bijtelling plaatsvinden bij zijn inkomen. Een vergoeding die de werknemer voor het privégebruik is verschuldigd komt in mindering op het bedrag van de bijtelling.
Een dga was in de jaren 2008 tot en met 2011 geen eigen bijdrage verschuldigd voor het privégebruik van de auto van zaak aan zijn BV. De dga hield geen kilometeradministratie van de auto bij en kon niet bewijzen dat hij per jaar niet meer dan 500 km privé
had gereden. In het jaar 2012 verwerkte hij in de rekening-courant met de BV een bedrag onder de titel “eigen bijdrage privégebruik auto”. Deze boeking had betrekking op de jaren 2008 tot en met 2012. Anders dan de dga dacht, verminderde deze boeking de hoogte
van de bijtelling over de jaren 2008 tot en met 2011 niet, omdat de betaling onverschuldigd was. De dga slaagde er niet in te bewijzen dat hij in die jaren een vergoeding voor het privégebruik diende te betalen aan de BV. Hof Den Haag verklaarde het hoger
beroep van de dga tegen de opgelegde navorderingsaanslagen ongegrond.