Het wettelijk minimumloon wordt vastgesteld per dag, per week of per maand. De hoogte van het minimumloon per uur hangt af van de gebruikelijke arbeidsduur per week in een sector. Voor werknemers in sectoren waar 36 uur de gebruikelijke arbeidsduur per week
is, ligt het minimumloon per uur hoger dan voor werknemers in sectoren waar 38 of 40 uur per week gebruikelijk is. Het kabinet onderzoekt daarom de mogelijkheid om een minimumuurloon in te voeren. Daardoor wordt de hoogte van het minimumloon per gewerkte tijdseenheid
voor iedereen gelijk. Dit kan tot gevolg hebben dat het minimumloon in een aantal sectoren naar beneden gaat.
De Wet op het minimumloon schrijft op dit moment niet expliciet voor dat iemand die meer werkt dan de normale arbeidsduur evenredig meer moet verdienen. Dat is een tekortkoming in de regelgeving die gerepareerd moet worden. Het kabinet zal binnenkort met
een wetsvoorstel komen om dat aan te passen.
Minimumjeugdloon
Tot de leeftijd van 23 jaar geldt het minimumjeugdloon. Dat is een leeftijdsafhankelijk percentage van het wettelijk minimumloon. Naarmate de leeftijd stijgt, stijgt ook het minimumjeugdloon. De leeftijd waarop het volledige wettelijk minimumloon geldt
wordt verlaagd. In eerste instantie naar 22 jaar en vervolgens naar 21 jaar. De verlaging naar 21 jaar gaat niet door wanneer sprake is van negatieve effecten op de werkgelegenheid van jongeren door de verlaging naar 22 jaar. Voor jongeren van 18, 19 en 20
jaar wordt het minimumjeugdloon verhoogd door aanpassing van de percentages van het wettelijk minimumloon per leeftijd.
Stukloon
Ook voor werknemers die een stukloon ontvangen geldt het wettelijk minimumloon. De wetsbepaling wordt aangepast waardoor alleen nog betaling van het wettelijk minimumloon per tijdseenheid mogelijk is.