Een appartement in een woonzorgcentrum is volgens Hof Den Haag een voor het voeren van een particuliere huishouding bestemd perceel zoals bedoeld in de Wet milieubeheer. Op grond van die vaststelling is terecht een aanslag in de gemeentelijke afvalstoffenheffing
opgelegd. De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het hof.
Volgens de gemeentelijke verordening wordt in Den Haag afvalstoffenheffing geheven van degene die in deze gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de gemeente verplicht is tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Hof Den Haag
oordeelde dat het appartement door de bewoonster werd gebruikt voor het voeren van een particuliere huishouding. Dat was, gezien de inrichting en de indeling van het appartement ook de bestemming daarvan. In de woonruimte van een particuliere huishouding ontstaan
geregeld huishoudelijke afvalstoffen. Volgens de Hoge Raad geeft de uitspraak van het hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het oordeel is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd. Dat de woonruimte geschikt was gemaakt voor het verlenen
van verpleeghuiszorg en er daarom bijzondere voorzieningen waren aangebracht, maakt dat niet anders.