Tot de aftrekbare specifieke zorgkosten behoren de uitgaven wegens ziekte of invaliditeit voor extra kleding en beddengoed. De wetgever heeft de bevoegdheid voor nadere regelgeving gedelegeerd aan de minister van Financiën. Daarvan is gebruik gemaakt in
de Uitvoeringsregeling Wet IB 2001. Volgens de Uitvoeringsregeling gelden forfaitaire bedragen aan aftrekbare kosten van € 300 of € 750 als aan de voorwaarden voor aftrek is voldaan.
In een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was in geschil of de beperking van het aftrekbare bedrag wel is toegestaan. De belanghebbende in deze procedure was van mening dat de wet de minister niet de ruimte geeft om de aftrek te beperken tot bepaalde bedragen.
Het hof deelt deze opvatting op grond van de parlementaire behandeling van de wettelijke regeling voor aftrek van uitgaven voor extra kleding en beddengoed. Daaruit volgt volgens het hof dat de wetgever alleen de eis heeft willen stellen dat het moet gaan
om extra kosten. De minister is met de Uitvoeringsregeling buiten de aan hem gedelegeerde bevoegdheid getreden. Volgens het hof is de regeling onverbindend voor zover daarin de aftrek wordt begrensd op een bedrag van € 750.