Bezwaar tegen boete niet altijd ontvankelijk

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | 01-09-2016

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag is zes weken. Wordt een bezwaarschrift te laat ingediend, dan is het niet-ontvankelijk, tenzij de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Het te laat indienen van een bezwaarschrift
door een ingeschakelde adviseur heeft niet tot gevolg dat de termijnoverschrijding de belastingplichtige niet is aan te rekenen.

Een bezwaar tegen een vergrijpboete is niet altijd ontvankelijk. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is in ieder geval niet uit een arrest van de Hoge Raad uit 2008 af te leiden dat dit wel het geval zou zijn. In het betreffende arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld
dat, voor zover een bezwaar is gericht tegen de boete, de bewijslast dat de belanghebbende bij het indienen van het bezwaarschrift niet in verzuim is geweest, niet op de belanghebbende rust.

In de procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was duidelijk dat de bezwaarschriften te laat waren ingediend door laksheid van de toenmalige adviseur. De inspecteur betwistte deze reden niet. In een dergelijk geval is het aan de rechter om te beoordelen of de opgegeven
reden leidt tot een verschoonbare termijnoverschrijding. Het handelen van een door een belanghebbende ingeschakelde derde is aan de belanghebbende toe te rekenen. Het is dan aan de belanghebbende om aan de hand van bijzondere feiten of omstandigheden duidelijk
te maken waarom dat in dit geval anders moet zijn. In dit geval was het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.