Volgens een arrest van de Hoge Raad van 11 april 2014 moet een bezwaar of beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als de indiener daarvan geen belang daarbij heeft. De indiener heeft geen belang bij het bezwaar of beroep als dat hem niet in een betere
positie kan brengen met betrekking tot het bestreden besluit of bijkomende beslissingen over proceskosten of griffierecht. Kan het rechtsmiddel de indiener wel in een betere positie brengen, en is voldaan aan de overige eisen die worden gesteld aan ontvankelijkheid,
dan is het rechtsmiddel ontvankelijk en moet worden onderzocht of het rechtsmiddel wel of niet gegrond is.
Onder verwijzing naar dit arrest heeft Hof Amsterdam geoordeeld dat een bezwaarschrift ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. De indiener van het bezwaarschrift had wel een belang omdat de bestreden aanslag op nader aan te voeren gronden op een lager
bedrag had kunnen worden vastgesteld.
De aangevoerde gronden zouden hebben geleid tot het oordeel dat de belastingaanslag hoger had moeten worden vastgesteld. Omdat noch de inspecteur noch de belastingrechter bevoegd is een belastingaanslag hoger vast te stellen, had het bezwaar ongegrond moeten
worden verklaard. Het hof heeft dat alsnog gedaan.