De Belastingdienst kan het doen van een onjuiste aangifte inkomstenbelasting bestraffen met het opleggen van een boete. Wanneer iemand opzettelijk een onjuiste aangifte heeft gedaan, is dat een vergrijp dat kan worden bestraft met een boete. De boete voor
het niet aangeven van vermogen in box 3 bedraagt maximaal 300% van het belastingbedrag. Een boete van die hoogte wordt opgelegd wanneer de Belastingdienst er achter komt dat niet al het vermogen is aangegeven. Wie een dergelijke hoge boete wil voorkomen kan
gebruik maken van de inkeerregeling.
Het op eigen initiatief herstellen van de onjuiste aangifte door alsnog opgave te doen van het volledige vermogen is aanleiding om een lagere boete op te leggen. Wordt de onjuiste aangifte binnen twee jaar gecorrigeerd, dan zal de Belastingdienst geen vergrijpboete
opleggen. Wordt meer dan twee jaar gewacht met correctie dan wordt een boete opgelegd van 60% van de verschuldigde belasting. Dat is 20% van het wettelijk maximum. De staatssecretaris van Financiën heeft nu aangekondigd dat per 1 juli aanstaande de boete zal
worden verdubbeld tot 120% van de verschuldigde belasting. De staatssecretaris merkt op dat het steeds moeilijker zal worden om vermogen buiten het zicht van de Belastingdienst te houden. Dat komt door de automatische uitwisseling van bankgegevens tussen landen.