In verband met een voorgenomen herziening van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag heeft het kabinet het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd om de werkgelegenheidseffecten van aanpassing van het wettelijk minimumjeugdloon in kaart te brengen. Het
CPB komt tot de conclusie dat substantiële verhogingen van het minimumjeugdloon leiden tot een sterke vermindering van de werkgelegenheid van jongeren en negatieve gevolgen kan hebben voor de scholingsbeslissing van jongeren. Wanneer het minimumjeugdloon in
beperkt mate wordt aangepast wordt is het werkgelegenheidseffect naar verwachting nihil.
De notitie van het CPB biedt belangrijke aanknopingspunten voor de verdere besluitvorming rondom het wettelijk minimumjeugdloon. De vormgeving van het wettelijk minimumjeugdloon heeft ook belangrijke gevolgen voor de inkomstenpositie en de economische zelfstandigheid
van jongeren. De minister van Sociale Zaken zal de Tweede Kamer begin dit jaar nader informeren over het wettelijk minimumjeugdloon en de andere aspecten van de herziening van de Wet minimumloon.