Voor de heffing van BPM bij de invoer van een auto was de vraag of het ging om een nieuwe of een gebruikte auto. Afhankelijk van het antwoord op die vraag had de Belastingdienst al dan niet terecht een naheffingsaanslag BPM opgelegd. Het ging om een auto
van modeljaar 2009, waarvoor op 26 november 2009 in Duitsland voor de auto een kenteken was afgegeven. Een inwoner van Nederland kocht de auto op 30 december 2009 met 100 km op de teller. Op 1 februari 2010 werd in Nederland aangifte gedaan voor de BPM. De
kilometerstand bedroeg op dat moment 182.
Volgens de tot 16 juni 2010 geldende Leidraad BPM 2006 werd een auto als gebruikt aangemerkt als daarvoor eerder een kenteken was afgegeven. Hof Arnhem merkte de auto daarom aan als gebruikt. Volgens het hof spelen kilometerstand of gebruikssporen geen rol
bij de bepaling van de hoogte van het afschrijvingspercentage. Het enige criterium is de verstreken tijd sinds de eerste ingebruikname.