Een agrarisch ondernemer claimde toepassing van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Voor de toepassing van deze faciliteiten moet een ondernemer aan het urencriterium voldoen. Dat criterium houdt in dat de ondernemer in een kalenderjaar
ten minste 1.225 uren aan zijn onderneming besteedt. Daarnaast moet de ondernemer zijn arbeidstijd grotendeels besteden aan zijn onderneming. Daar lag voor deze ondernemer een probleem, omdat hij ook voltijds in dienstbetrekking werkzaam was. Vanwege de in
loondienst gewerkte uren moest deze ondernemer aannemelijk maken dat hij in 2008 meer dan 1.712 uren en in 2009 meer dan 1.648 uren had besteed aan zijn onderneming. Daar slaagde hij niet in. Zijn urenspecificatie omvatte wel meer uren, maar een deel van de
werkzaamheden was aan loonwerkers uitbesteed. Verder had de ondernemer de door zijn echtgenote gewerkte uren meegenomen in zijn urenspecificatie.