Volgens de Hoge Raad kan een erfgenaam belang hebben bij de WOZ-waarde van een onroerende zaak. Dat doet zich voor als een erfgenaam een overbedelingsvordering krijgt omdat alle goederen van de nalatenschap naar de langstlevende partner gaan. Behoort een
woning tot de nalatenschap, dan heeft de erfgenaam belang heeft bij de vaststelling van de WOZ-waarde daarvan. Dat belang is gelegen in de hoogte van de erfbelasting die hij moet betalen. Dat betekent dat de erfgenaam kan vragen om een WOZ-beschikking.
Wie in verband met de belastingheffing belang heeft bij de WOZ-waarde van een onroerende zaak krijgt op verzoek een WOZ-beschikking. Op grond van de Successiewet 1956 wordt voor de heffing van erfbelasting de waarde van een woning gesteld op de WOZ-waarde.
Uit een oogpunt van vereenvoudiging van de uitvoering van de erfbelasting is gekozen voor aansluiting bij de WOZ-waarde van een woning. De Hoge Raad vindt dat ook bij zogenaamde overbedelingsvorderingen die afhankelijk zijn van de waarde van een woning uitgegaan
moet worden van de WOZ-waarde. Dat geldt ook voor de waardering van de daarmee corresponderende schulden van de langstlevende echtgenoot.