Om het woon-werkverkeer per fiets te stimuleren wil de staatssecretaris een bijtellingsregeling voor de fiets van de zaak invoeren. De staatssecretaris denkt aan een regeling die vergelijkbaar is met de bijtelling voor een auto van de zaak. Volgens de huidige
regeling moet de werkelijke waarde van het privégebruik van een fiets van de zaak bij het loon worden geteld. De bepaling van de waarde van het privégebruik is een lastige zaak. Het komt erop neer dat alle kosten en lasten van de fiets moeten worden bijgehouden,
evenals het aantal zakelijke en het aantal privékilometers. De staatssecretaris denkt dat een fiets van de zaak door een forfaitaire bijtellingsregeling een stuk aantrekkelijker wordt. De regeling moet nog worden uitgewerkt. Dat gebeurt in overleg met brancheverenigingen.
Het streven is dat de bijtellingsregeling per 1 januari 2020 ingaat.
Het kabinet trekt verder € 100 miljoen uit om lokale en provinciale investeringen in fietsinfrastructuur en fietsenstallingen bij ov-knooppunten mede te financieren.