De eigen woning van een belastingplichtige valt in box 1 van de inkomstenbelasting. Er moet een aan de waarde van de woning gerelateerd bedrag bij het inkomen worden geteld, terwijl de rente en de kosten van de financiering van de woning aftrekbaar zijn.
Een woning blijft gelden als eigen woning voor de inkomstenbelasting gedurende tijdelijk verblijf elders, bijvoorbeeld in het buitenland. Gedurende deze periode mag de woning niet aan derden ter beschikking worden gesteld en mogen de belastingplichtige en
zijn partner geen andere eigen woning hebben. Wordt niet aan de voorwaarden voldaan, dan valt de woning niet langer onder de eigenwoningregeling en gaat deze van box 1 naar box 3. De betaalde hypotheekrente is dan niet aftrekbaar. Gebruik van de woning tijdens
het verblijf elders door mensen die deel uitmaken van het huishouden van de belastingplichtige is toegestaan.
Naar het oordeel van Hof Den Bosch kwalificeert het gebruik van een woning door een neef van de belastingplichtige als het ter beschikking stellen van de woning aan een derde. Volgens het hof behoorde de neef niet tot het huishouden van de belastingplichtige
en moest de neef dus worden aangemerkt als een derde. De neef logeerde in de woning van de belastingplichtige wanneer hij voor zijn studie in de buurt moest zijn. Het hof vond van belang dat de neef toestemming had voor het gebruik van de woning en dat sprake
was van meer dan incidenteel logeren. Dat de neef slechts gebruik maakte van één slaapkamer en van de algemene voorzieningen in de woning wil niet zeggen dat de woning niet aan derden ter beschikking werd gesteld.
Het hof was van oordeel dat de inspecteur de woning terecht niet als eigen woning heeft aangemerkt.