De termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag bedraagt vijf jaar. Voor navorderingsaanslagen die betrekking hebben op uit het buitenland afkomstige inkomensbestanddelen of in het buitenland aangehouden vermogen geldt een verlengde navorderingstermijn
van 12 jaar. Voor de erfbelasting ging deze termijn van twaalf jaar lopen op de dag van inschrijving van de akte van overlijden in de registers van de burgerlijke stand. Met ingang van 1 januari 2012 is de bevoegdheid tot navorderen over buitenlandse vermogensbestanddelen
niet beperkt in de tijd wanneer de aangifte erfbelasting niet, onjuist of onvolledig is gedaan.
Deze bepaling geldt echter niet als de termijn van twaalf jaren op 1 januari 2012 al is verstreken. Volgens de rechtbank Gelderland volgt dat uit de tekst van de wet. Daarin staat met zoveel woorden dat de bevoegdheid tot navordering niet vervalt. Dat houdt
volgens de rechtbank in dat de bevoegdheid tot navordering op het moment van inwerkingtreding van de bepaling nog moest bestaan. Ook uit de parlementaire geschiedenis is niet af te leiden dat de wetgever de regeling onbeperkte terugwerkende kracht heeft willen
geven.