In verband met de gewijzigde regelgeving rond vouchers in de omzetbelasting heeft de staatssecretaris nieuwe beleidsregels voor vouchers gepubliceerd in een besluit. Het nieuwe besluit vervangt eerdere besluiten die betrekking hebben op de artikelen 20 en
21 van het uitvoeringsbesluit omzetbelasting en op telefoonkaarten en cadeaubonnen.
Onderscheid wordt gemaakt tussen vouchers, waardebonnen en zegels als instrumenten die ondernemers kunnen gebruiken om de verkoop van goederen en diensten te stimuleren of om de betaling voor goederen en diensten te vergemakkelijken.
Een voucher wordt omschreven als een instrument ten aanzien waarvan de verplichting bestaat om het als tegenprestatie voor een levering of dienst te aanvaarden. De te verrichten levering of dienst of de identiteit van de verrichter ervan staan vermeld op
de voucher of in de bijbehorende documentatie. Dat geldt ook voor de voorwaarden voor het gebruik van de voucher.
Een waardebon wordt omschreven als een bij goederen of diensten eventueel tegen bijbetaling verstrekt instrument dat met bijbetaling ingewisseld kan worden tegen goederen of diensten.
Een zegel is een bij goederen of diensten gratis verstrekt instrument dat ingewisseld kan worden tegen geld. Een koopzegel is een bij goederen of diensten tegen betaling verstrekt instrument dat ingewisseld kan worden tegen geld.