Een werkgever was niet tevreden over de wijze waarop een nieuwe werkneemster haar functie uitoefende. Dat was aanleiding voor een nader onderzoek naar de juistheid van de tijdens de sollicitatieprocedure verstrekte informatie. Daaruit kwam naar voren dat
de werkneemster niet de in haar cv vermelde functies had uitgeoefend. Ook bleek dat de werkneemster de werkgever onjuist had geïnformeerd over de wijze waarop haar vorige arbeidsovereenkomst was geëindigd. Voor de werkgever was dat aanleiding om de werkneemster
op staande voet te ontslaan.
De werkgever legde aan de kantonrechter de vraag voor of, indien in rechte mocht komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst niet door het ontslag op staande voet is geëindigd, er een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is. Volgens
de kantonrechter was dat het geval.
De werkneemster bestreed dat zij bij de aanvang van het dienstverband onjuiste informatie heeft verstrekt over eerdere functies. Het door de werkgever overgelegde cv zou niet door haar zijn opgesteld. De werkgever zou het door haar toegestuurde bestand hebben
aangepast. De kantonrechter merkte dat aan als een ernstig verwijt. De werkneemster slaagde er niet in om dat verwijt te onderbouwen. De kantonrechter vond voldoende aannemelijk gemaakt dat de informatie die de werkneemster over haar werkervaring had gegeven
niet overeenkwam met de werkelijkheid. De werkneemster wist of had moeten begrijpen dat dergelijke informatie voor de werkgever essentieel is in een sollicitatieprocedure. De werkneemster had zodanig verwijtbaar gehandeld dat van de werkgever niet gevergd
kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter zag geen aanleiding om aan de werkneemster de door haar gevraagde billijke vergoeding toe te kennen. Van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever was geen sprake.