Prestaties tegen vergoeding

Bron: Rechtbank | 08-05-2014

Een stichting hield zich bezig met activiteiten op het gebied van de eerstelijns gezondheidszorg. In verband met die activiteiten sloot de stichting een overeenkomst ketenzorg met een groep zorgverzekeraars. Het doel daarvan was bevordering van de gezondheid
en de kwaliteit van leven van patiënten met Diabetes Mellitus type 2. Op grond van deze overeenkomst ontving de stichting van de zorgverzekeraars een vaste vergoeding per patiënt per jaar. Dat totaal bestond uit een bedrag aan zorgkosten en een bedrag aan
overheadkosten.

De vraag was of de vergoeding voor overheadkosten betrekking had op een door de stichting voor de zorgverzekeraars verrichte prestatie. Volgens de stichting ging het om verrichtingen jegens de patiënt die als vrijgestelde medische handelingen moesten worden
aangemerkt. Volgens de rechtbank ging het om door de stichting verrichte administratieve werkzaamheden die anders door de zorgverzekeraars zelf zouden worden verricht. Tussen de prestaties van de stichting en de daarvoor afgesproken vergoeding bestond een
direct verband. De daarvoor ontvangen vergoeding was belast met omzetbelasting. De vrijstelling voor de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een (para)medisch beroep was niet van toepassing gezien de aard van de prestaties. De omzetbelasting
over deze vergoeding moest worden berekend tegen het hoge tarief.