De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer een toelichting gegeven over de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2015. Uitgangspunt is dat de Belastingdienst probeert om de voorlopige aanslag zo goed mogelijk te laten aansluiten
bij de definitieve aanslag. Op die manier wordt de bijbetaling of teruggave zo klein mogelijk gehouden. Het zal echter vrijwel nooit lukken om de definitieve aanslag inkomstenbelasting gelijk te laten zijn aan de ingehouden loonbelasting en/of de voorlopige
aanslag. Vanaf 2015 is de voorlopige aanslag gebaseerd op meer recente gegevens. Voor 2015 zijn dat de definitieve gegevens van 2013. Over 2015 krijgen ongeveer 2 miljoen mensen een voorlopige aanslag met een te betalen bedrag. Dat zijn er ongeveer 0,5 miljoen
meer dan over 2014 het geval was. Bij de voorlopige aanslag 2015 is een informatieblad gevoegd met een uitleg waarom het bedrag af kan wijken van wat men gewend was.
De staatssecretaris benadrukt dat per saldo niet meer belasting wordt geheven. Alleen het moment van betalen is gewijzigd. Wel is 2015 een overgangsjaar waarin de geactualiseerde voorlopige aanslag samenvalt met de definitieve aanslag over 2014. De definitieve
aanslag over 2014 kan hoger uitvallen omdat de voorlopige aanslag 2014 gebaseerd was op oudere gegevens. Het extra uitstel van betaling voor de inkomstenbelasting 2014 en de mogelijkheid om de voorlopige aanslag 2015 gespreid te betalen moeten de samenloop
van aanslagen compenseren.