De bedrijfsopvolgingsregeling is een faciliteit voor de schenk- en erfbelasting. De verkrijging van ondernemingsvermogen is (grotendeels) vrijgesteld als de verkrijger voldoet aan de voorwaarde dat hij de onderneming voortzet. Aandelen die bij de schenker
of erflater tot een aanmerkelijk belang behoorden vallen onder ondernemingsvermogen. De vennootschap moet wel een materiële onderneming drijven.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing op de schenking van een aandeel door een aanmerkelijkbelanghouder aan zijn dochter. De dochter slaagde erin aannemelijk te maken dat de BV ten tijde van de schenking een onderneming
dreef. De BV exploiteerde een aantal onroerende zaken. In dat kader verrichtte de vader als dga van de BV arbeid die als doel had een hoger rendement te behalen dan bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is.
De staatssecretaris van Financiën heeft het ingestelde cassatieberoep tegen een vergelijkbare uitspraak van Hof Den Haag ingetrokken. Vanwege het feitelijke karakter van de uitspraak van het hof verwacht de staatssecretaris in cassatie geen succes. De staatssecretaris
is overigens van mening dat verhuur van vastgoed niet snel is aan te merken als het drijven van een onderneming.