Een werkneemster werkte op basis van een oproepovereenkomst. De overeenkomst was aangegaan voor de duur van één jaar en voor beide partijen direct opzegbaar. De werkneemster werkte enige maanden gemiddeld 23 uur per week voor de werkgever. Op enig moment
deelde de werkgever de werkneemster mee dat hij haar niet meer zou oproepen. De laatste salarisspecificatie bevatte een datum waarop het dienstverband volgens de werkgever was geëindigd. De werkneemster beriep zich op het feit dat zij gemiddeld 23 uur per
week had gewerkt en gaf aan dat het dienstverband niet was beëindigd omdat geen ontslagvergunning was verleend.
De kantonrechter merkte op dat het niet meer oproepen van een werknemer met een oproep- of nulurencontract hetzelfde is als het opzeggen van de arbeidsovereenkomst. De werkgever was loon verschuldigd tot het einde van de oproepovereenkomst omdat hij geen
ontslagvergunning had aangevraagd. Het recht op loondoorbetaling gold voor 23 uur per week.