Vakantiedagen van een werknemer worden door de werkgever vastgesteld volgens de wensen van de werknemer, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet. Een andere wijze van vaststelling van vakantiedagen is mogelijk, maar moet dan schriftelijk zijn overeengekomen
of in de cao zijn vastgelegd. Behoudens voor zover de wet dat toelaat mag van deze bepaling niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
Een werknemer, wiens arbeidsovereenkomst per 1 januari 2013 werd ontbonden, vorderde betaling van niet genoten verlofuren. De vordering betrof de periode tussen kerst en nieuwjaar, waarin het bedrijf van de werkgever ieder jaar is gesloten. De werknemer
had niet om dat verlof gevraagd, maar de werkgever had de verlofdagen eenzijdig vastgesteld. In eerdere jaren had de werknemer dat geaccepteerd. Er was geen afwijkende regeling getroffen voor de vaststelling van vakantiedagen. Het enkele feit dat de werknemer
in eerdere jaren wel had ingestemd met deze aanwijzing van vakantiedagen wil niet zeggen dat dit ook bij het einde van zijn dienstbetrekking gold.
Hof Arnhem-Leeuwarden wees de vordering van de werknemer tot uitbetaling van 32 verlofuren, vermeerderd met wettelijke rente en een tot 15% gematigde wettelijke verhoging, toe.