Zakendoen met de eigen BV blijft een gebied waar objectief handelen geboden is. Er is geen sprake van partijen met een tegengesteld belang. De Belastingdienst volgt dergelijke transacties met grote belangstelling om te zien of er sprake is van bevoordeling
van de dga. Alle voordelen die een dga behaalt uit tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen worden belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Daaronder vallen ook verkapte winstuitdelingen.
Een verkapte winstuitdeling is een voordeel dat iemand in zijn hoedanigheid van aandeelhouder ontvangt van de BV en dat ten laste gaat van de BV. Wil een verkapte winstuitdeling belastbaar zijn, dan moet zowel de BV als de dga zich van de bevoordeling bewust
zijn geweest.
Een BV had in 2002 een afspraak gemaakt met de Belastingdienst over de waarde van de panden die zij in eigendom had. In 2006 kocht de dga deze panden van de BV voor de afgesproken waarde, hoewel de WOZ-waarde per 1 januari 2005 beduidend hoger lag. De Belastingdienst
meende dat de waarde nog veel hoger lag dan de WOZ-waarde. De inspecteur merkte het verschil tussen deze laatste waarde en de koopsom aan als een verkapte winstuitdeling. Over het verschil legde de inspecteur een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op.
De dga bestreed de navorderingsaanslag omdat van een winstuitdeling geen sprake zou zijn.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een verkapte winstuitdeling, maar verlaagde de navorderingsaanslag. De inspecteur was van een te hoge waarde uitgegaan. Gezien het verschil tussen de afgesproken waarde uit 2002 en de WOZ-waarde per 1 januari
2005 moesten de BV en dga zich ervan bewust zijn geweest dat de dga was bevoordeeld door de transactie.