Opzegging van een arbeidsovereenkomst is een eenzijdige wilsuiting. Opzegging is gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst en moet de wederpartij hebben bereikt. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de vraag, of de vermelding van een datum uit dienst op de
salarisstrook als opzegging moet worden gezien, ontkennend beantwoord.
Het hof kwam tot dit oordeel in een procedure die een werknemer had aangespannen tegen zijn werkgever. De werknemer kreeg na twee jaar arbeidsongeschiktheid een IVA-uitkering. De werkgever maakte over de maand waarin de uitkering werd toegekend een salarisafrekening
op, waarop een datum uit dienst was vermeld. De werkgever had niet de intentie om de arbeidsovereenkomst op te zeggen en bevestigde dat in een brief aan de gemachtigde van de werknemer. De brief van de werkgever was een reactie op een brief waarin de gemachtigde
namens de werknemer opmerkte dat geen opzegging had plaatsgevonden. Er was dus geen sprake van een onregelmatige opzegging die zou kunnen leiden tot een schadevergoeding voor de werknemer.
De werknemer verzocht in hoger beroep om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het hof wees dat verzoek toe. Bij een ontbindingsverzoek van een werknemer hoeft geen rekening gehouden te worden met een opzegtermijn. Het hof ontbond de arbeidsovereenkomst daarom
met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van behandeling.
Van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever was geen sprake. Het hof wees het verzoek om toekenning van een billijke vergoeding af. Dat gold ook voor het verzoek om toekenning van een transitievergoeding.